Heaven: Philippa en Filippo kussen

2002. HEAVEN: DE EUROPESE CINEMA IS HEMELS

De nieuwe film van Tom Tykwer is gemaakt naar het laatste scenario van de overleden Poolse regisseur Krzysztof Kieslowski. HEAVEN is niet alleen daarom een echt Europese film, maar ook door de keuze voor een hoofdpersonage dat haar schuld erkent en verantwoordelijkheid neemt. De regisseur en scenarist bewijzen met HEAVEN dat de auteurstheorie ten onrechte is doodverklaard. GERWIN VAN DER POL

Als geen andere film presenteert HEAVEN zich als Europees, met alle bijbehorende gewenste en ongewenste associaties. De Poolse regisseur Kieslowski schreef een script dat zich afspeelt in Italië en nu is verfilmd door een Duitser met in de hoofdrollen een Australische actrice, een Amerikaanse acteur en Italiaanse acteurs in alle bijrollen, met muziek van de Finse Arvo Pärt en geproduceerd door vijf landen. Dat de Verenigde Staten daarbij horen is veelbetekenend: geen Europese productie zonder een link met dat land. De term ‘Europese cinema’ is een te grote, te abstracte term. Het is vooral een economische en politieke term geworden, waarbij de artistieke betekenis (de Europese artfilm) naar de achtergrond is verdreven. Auteurscinema is een begrip geworden uit het verleden, toen het stond voor eigenzinnige filmmakers (de ‘auteurs’) met personages als hun alter ego’s, zoekend, worstelend met problemen. Dit clichébeeld van de lijdende kunstenaar is door de filmwetenschap doorgeprikt (ook de auteurscinema had net als Hollywood glamoursterren, de tobbende kunstenaar was goede reclame voor de film) en vervangen door interesse in 

VANUIT DE HEMEL VERRASTE KIESLOWSKI DE WERELD MET EEN LAATSTE SCENARIO

de rol van producent, van cv-constructies, van televisieparticipatie en overheidsbeleid. De doodverklaarde auteur heeft plaatsgemaakt voor de levendige handel in groot geld. Maar ondanks deze radicale ommezwaai van de filmwetenschap is er eigenlijk niets veranderd: nu ziet men in plaats van de regisseur het geld, de producent, de overheid of het land als auteur. HEAVEN bevat alle ingrediënten voor dit nieuwe ‘geldauteursschap’: een productieteam van een paar vrienden (Tom Tykwers vriendenclub X-Filme) blijft overeind ondanks het miljoenengeweld van Amerikaanse megaproducenten (Miramax) en maakt van HEAVEN een persoonlijke film, zonder enige bijsmaak van Europudding. KIESLOWSKI In plaats van zo graag te willen dat auteurs dood zijn (niet voor niets werd Kieslowski’s dood bijna juichend onthaald als de dood van de laatste levende auteur). zouden we eerlijk moeten toegeven dat een noodzakelijk aspect van filmkijken het traceren van een auteur is. Een film met als titel HEAVEN naar een scenario van Kieslowski kan niet anders dan associaties oproepen aan diens films, met eenzelfde vage, meestal abstracte titel, met zijn atheïstische, humanistische interpretatie van katholieke vraagstukken. Om nog maar te zwijgen van het feit dat Kieslowski vanuit de hemel, over de drempel van de dood heen, de wereld verraste met een laatste, geheim scenario. En natuurlijk associeert de toeschouwer vrijelijk op Tom Tykwer. Zijn LOLA RENNT ( 1998). met drie verschillende versies van hetzelfde verhaal à la Kieslowski’s BLIND CHANCE (PRZYPADEK, 1982) en een fixatie op lotsbestemming, bestempelde hem tot een nieuwe Kieslowski. In Tykwers WINTERSCHLAFER (1997) zijn echter veel meer overeenkomsten met Kieslowski te zien. Daarin worden de personages van zo dichtbij bekeken dat hun onderlinge relaties en achtergronden uit het zicht verdwijnen. Wat resteert is hun menselijkheid, hun omgang met elkaar tijdens het samenzijn, los van alle context. De personages die zo dicht op elkaar zitten worden schril gecontrasteerd met de weidsheid en schoonheid van de landschappen. Zowel thematisch als visueel is de verwantschap met Kieslowski terug te vinden.

BEWONDERING

Waar komt die vreemde drang tot ‘auteursgedachten’ vandaan? De gehele geschiedenis van de auteur (en van de ster) is er. een van bewondering. De Cahiers du Cinématraditie waarin vooral Amerikaanse films werden opgewaardeerd, wilde aantonen waarom auteursfilms beter waren, meer (artistiek) succes hadden, beroemder en roemruchter waren. Het belangrijkste aspect van de auteur is daarbij consequent over het hoofd gezien: door een film te beschouwen als van een auteur wordt de film vooral slechter. Hoeveel geweldige films een auteur ook maakt, in zijn oeuvre kan er maar één de beste zijn. De rest wordt als minderwaardig gezien. Film- wetenschap spreekt graag met dédain over de domme toeschouwer die alles wil weten over het privé-leven van de auteurs en de sterren (dat natuurlijk nooit gekend kan worden). Toch ligt daar het begin van een verklaring voor de belangstelling voor de au- teur. Het is de erkenning van de mens als maat van alle dingen -en dus ook van films. De auteursinteresse is niet zomaar een belangstelling voor de mens, het is de belangstelling voor de feilbare mens, de schuldige, Dostojevskiaanse mens. Als de Europese cinema dan ook bekend staat als Europese art(makers)cinema, met de personages als alter ego van de auteur, dan is dat in deze betekenis volledig terecht. Immers, dit mensbeeld van de auteur bepaalt ook de personages in de films. De schuldige, tekortschietende mens is het middelpunt van de Europese film (en de gehele Europese cultuurgeschiedenis), als onderscheid met de Amerikaanse. De Amerikaanse film gaat natuurlijk ook over mensen, maar het onderwerp is altijd hoe het gewone leven kan worden overstegen. Probeer als gedachtenexperiment na afloop van een Amerikaanse film een voorstelling te maken van het leven van de hoofdpersonages: vergeleken met wat zich heeft afgespeeld zal elke volgende gewone dag een bittere teleurstelling of zelfs een onmogelijkheid blijken. De Europese cinema behandelt hoe het hoofdpersonage bij voorbaat (of in ieder geval aan het begin van de film) al schuldig is. Schuldig in de katholieke betekenis, maar evengoed schuldig in de politieke betekenis, dat de honderden jaren wrede Europese geschiedenis elke Europeaan schuldig geboren doet worden. Dit schuldige hoofdpersonage heeft als dos! te ontdekken hoe ondanks dit lijden het leven weer geleefd kan worden, zonder daarmee de onschuld te herwinnen.

BOMAANSLAG

Dat is de kern van HEAVEN. Philippa (Cate Blanchett) faalt. Niet zozeer omdat onschuldige mensen sterven door haar bomaanslag, maar omdat ze het recht in eigen hand heeft genomen. In een Amerikaans rechtbankdrama zou de aandacht liggen bij het onschuldig verklaren van Philippa of het schuldig verklaren van anderen. Door de wezenlijk andere levensbeschouwing in de Europese film is een dergelijk scenario geen optie. Philippa is schuldig en ze neemt alle verantwoordelijkheid op zich: ‘Ik heb het gedaan.’ Dat is haar kracht, dat ze zich als mens opstelt en verantwoording aflegt voor haar schuld. De film, die over grote, ongrijpbare thema’s gaat als corruptie (Italië), de onpersoonlijke stad (Turijn) versus het warmbloedige platteland, legt daarom juist de nadruk op de mensen, op hun gezichten, hun handen. De enige manier waarop die grote onzekerheden bevochten kunnen worden is door een handdruk, een kus, een blik met de ogen. Menselijkheid in de meest basale vorm is de enige optie voor de toekomst. Hierin schuilt ook het verschil tussen de toeschouwer

MENSELIJKHEID IN DE MEEST BASALE VORM IS DE ENIGE OPTIE VOOR DE TOEKOMST

van een Hollywood-film en een Europese film: de toeschouwer van een Hollywood- film wordt gedwongen tot passieve bewondering. De toeschouwer van de Europese cinema is niet zozeer actief (de tegenstelling passief-actief is wat gratuit) als wel absoluut noodzakelijk: als een personage verantwoording aflegt, dan moet er iemand zijn om verantwoording aan af te leggen: de toeschouwer. De auteurs Tom Tykwer en Krzysztof Kieslowki zijn onderdeel van deze Europese traditie, als makers zijn ze verantwoordelijk en in plaats van zich trots op de borst te kloppen met ‘Dat heb ik gedaan’ stellen ze zich kwetsbaar op, alsof ze een misdaad bekennen: ‘Ik heb het gedaan.’ Daarin schuilt hun hemelse grootsheid en menselijkheid.

HEAVEN F/D/INK/VS 2002 regie Tom Tykwer scenario Krzysztof Kieslowski en Krzysztof Piesiewicz camera Frank Gnebe montage Mathilde Bonnefoy production design Uli Hanisch muziek Arvo Pärt, Tom Tykwer. Manus Ruhland en Niki Reiser productie Anthony Minghella. Maria Köpf, William Horbern Stefan Arndt en Frédérique Dumas distributie RCV duur 95′ met Cate Blanchett. Giovanni Ribisi. Remo Girone. Stefania Rocca

Dit artikel verscheen eerder als: Pol, Gerwin van der. ‘Heaven: de Europese cinema is hemels’, Skrien nr. 7, sept. 2002, blz. 16-17.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*


%d bloggers like this: