2013. Film en Filosofie: De Biecht

De Biecht werd in 1984 gemaakt onder het communistische regime van Georgië en mocht in eerste instantie niet vertoond worden. In 1987 werd de film van Tengiz Aboeladze voor het eerst vertoond in Cannes, waar hij veel lof ontving. Het verhaal van De Biecht speelt zich af in een dorpje in Georgië, waar dictator Varlam Aravidze onlangs is overleden. Een vrouw graaft hem vervolgens herhaaldelijk op, wordt hiervoor gearresteerd en vertelt in de rechtbank over haar motivatie. Zo neemt ze ons mee terug in de tijd, naar het medogeloze regime van Varlam, die veel onschuldige mensen tot verbanning veroordeelde, waaronder haar vader.

De Biecht wordt vandaag de dag niet meer zo veel bekeken. Waarom heb je juist deze film uitgekozen voor dit programma?

‘Ten eerste vind ik het een heel mooie film, echt verpletterend, hoewel je dat als filmanalyticus eigenlijk niet mag zeggen, omdat je dan geen waardeoordeel mag vellen. Maar als ik dan toch zelf een film mag uitkiezen… Deze film heeft ongelofelijk mooie momenten, het is heel aangrijpend. Soms is hij wat traag, maar dat komt ook doordat de culturele achtergrond anders is dan de onze. De verwijzingen hiernaar blijven duister. Ik heb er aardig op gestudeerd maar sommige zijn zo typisch voor de Georgische cultuur, dat die voor ons moeilijk te achterhalen zijn.’

Kun je zo’n verwijzing noemen?

‘In een bepaalde droomscène hebben alle objecten die in die ruimte staan, een cultuurhistorische betekenis, die specifiek is voor Georgië. Dat blijft dus onduidelijk. Om de betekenis te achterhalen zou je een soort catalogus moeten aanleggen.’

Wat is het filosofische aspect van de film? Het politieke aspect ligt voor de hand, maar het filosofische is niet zo duidelijk aanwezig.

‘Je hebt twee opvattingen over film en filosofie: je hebt een film, die filosofisch is en je hebt een filosofische benadering van film. In principe kan je over elke film filosoferen, maar er zijn maar heel weinig films, die echt filosofisch van zichzelf zijn. De politiek is hier inderdaad duidelijk aanwezig – ik weet niet hoeveel dictators je ontdekt hebt in de persoon van Varlam?’

De fictie wordt gebruikt om de toeschouwer de vraag te stellen: ‘wie zijn wij nou eigenlijk?’

In elk geval Stalin en Hitler.

‘Ja, ik herkende ook Napoleon en Beria en die komt ook uit Georgië. Dus de politieke dimensie is duidelijk. De verschuiving van politiek naar filosofisch vindt als volgt plaats: het is politiek als het echt een bepaalde tijd in een bepaald land weergeeft. Hoe is het om in die periode daar te leven? Als een film echt duidelijk in de tijd en plaats gepositioneerd wordt, is het politiek. Als de makers dat hadden gewild, hadden ze de dictator concreet gemaakt: Stalin of Beria. Maar ze hebben die juist los gehaald van de realiteit, het is een parabel en geen concreet verhaal. Het is fictie en die wordt gebruikt om de toeschouwer de vraag te stellen: ‘wie zijn wij nou eigenlijk?’ En dat is toch een filosofische vraag. We zijn er allemaal van overtuigd dat we een goede moraal hebben waar we van op aan kunnen. Het problematische van deze film is dat je dat gevoel van veiligheid van je eigen moraal verliest op verschillende manieren. Je merkt als toeschouwer bijvoorbeeld, dat Varlam niet deugt, maar hij is wel heel sympathiek.’

Er wordt dus een ethische vraag bij de kijker gelegd.

‘Ja, inderdaad. De hoofdpersoon maakt een keuze: ik wil niks met dit regime te maken hebben. Dit heeft niet meteen gevolgen, wat in een andere film misschien wel zo zou zijn. Maar uiteindelijk gaat het systeem, dat ongrijpbaar is, toch tegen hem werken. Je ziet alleen niet waar het kwaad ‘m nou eigenlijk in zit. Het is een heel duister kwaad, mensen verdwijnen maar je weet niet hoe en waarom.’

Er zitten ook veel surrealistische elementen in het verhaal. Zou je kunnen stellen dat die een aanwijzing vormen voor de filosofische laag in de film?

‘Ja, dat zou je kunnen zeggen. De vraag is: ‘waar sta ik en wie ben ik?’. Maar in deze film is er politiek geen houvast. In religie is er ook niet echt een houvast, want de tradities en instanties, zoals de kerk, worden afgebroken en weggegooid door het systeem. Alle morele standpunten worden dus weggenomen. De werkelijkheid wordt ook nog eens weggenomen door dromen en surreële scènes, dus daar kun je als kijker ook geen houvast in vinden. Alles wat normaal duidelijk is in een film, dat verdwijnt. Dus de film ontneemt ons de houvast.’

Film & filosofie is een veelgeziene combinatie. Waarom gaan deze twee zo goed samen?

‘Dat geldt niet alleen voor film, maar voor alle kunsten, want in fictie kan je iets laten zien dat mensen iets kan leren. Je kan je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn, in een andere moraal te leven en op een andere manier in de wereld te staan. Dat is een verrijking. Elke kunst leent zich daarvoor. Film is daar expliciet goed voor omdat we vandaag de dag zo visueel ingesteld zijn. Dit medium is in staat om in twee uur een andere wereld op te roepen waar je iets van kan vinden. Als film niet laat zien of iets goed of slecht is worden de vragen over de moraal bij de kijker gelegd, dan wordt het interessanter en dan wordt het ook filosofisch.’

Link naar de publicatie op internet.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*


%d bloggers like this: